Liturgische teksten

Geloofsbelijdenis - Peter van 't Riet - 2011

Christelijke geloofsbelijdenissen zijn meestal korte samenvattingen van de belangrijkste leerstellingen van de klassieke geloofsleer. In het jodendom spelen geloofsbelijdenissen een minder grote rol. Het Sjêma-Jisrael gebed zou als een geloofsbelijdenis kunnen worden opgevat. In onderstaande geloofsbelijdenis heb ik geprobeerd een "christendom à la Jezus" te plaatsen in de doorgaande geloofstraditie van het oude Israël tot heden. Het woord "geloof" moet worden opgevat in zijn oorspronkelijke Hebreeuwse betekenis: "trouw zijn aan".

Geloofsbelijdenis

Ik geloof in de Eeuwige, onze God,
de schepper van hemel en aarde (Genesis 1:1),
wiens barmhartigheden oneindig zijn,
elke morgen zijn zij nieuw, 
groot is zijn trouw (Klaagliederen 3:22-23).

Ik geloof in de mens, die Hij schept naar zijn beeld,
man en vrouw schept Hij hen (Genesis 1:27).

Ik geloof dat Hij genadig en rechtvaardig is,
onze God ontfermt zich over ons (Psalm 116:5).
Hij behandelt ons niet naar onze zonden
en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden (Psalm 103:10),
maar stelt ons met zijn opdrachten
op de weg naar het leven (Spreuken 6:23).

Ik geloof in Abraham en Sara,
die ons voorgaan op de weg naar het land
dat de Eeuwige, onze God, ons wijzen zal (Genesis 12:1).

Ik geloof in Mozes
die Gods volk uitleidt uit Egypte (Exodus 3:10),
telkens als de weg daar doorheen leidt.

Ik geloof in de Tora,
die God zijn volk geeft op Sinai
om ons te onderwijzen (Exodus 24:12),
hoe te handelen en te leven.

Ik geloof in Jozua, de leerling van Mozes,
die ons leidt naar het beloofde land (Jozua 3 - 4),
het land dat overvloeit van melk en honing (Deuteronomium 11:9).

Ik geloof in Ruth, de Moabitische,
die ons de woorden tot de vrouwen van Israël voorzegt:
"Uw volk is mijn volk,
en uw God is mijn God" (Ruth 1:16).

Ik geloof in David,
de koning naar Gods hart (1 Samuël 13:14),
die de minst bedeelden van het volk recht verschaft,
die de armen redt,
en de verdrukker verbrijzelt (Psalm 72:4).

Ik geloof in de profeten,
die de Eeuwige, onze God, ons uit ons midden verwekt (Deuteronomium 18:15)
om ons te doen terugkeren naar onze God,
want onze overtredingen zijn talrijk voor Hem
en onze zonden getuigen tegen ons (Jesaja 59:12).

En ik geloof in Jezus,
die ons de Tora heeft voorgeleefd (Matteüs 5:17),
een zoon van God en een gezalfde,
die armen een blijde boodschap brengt,
gevangenen loslating verkondigt,
blinden het gezicht geeft
en gebondenen heenzendt in vrijheid (Jesaja 61:1-2; Lukas 4:18-19).
Door zijn trouw aan de Tora tot in de dood,
mogen wij meedoen met het ene verbond,
waarvan Israël kan zeggen:
"Niet met de vaderen heeft de Eeuwige dit verbond gesloten,
maar met ons,
zoals wij hier vandaag in leven zijn" (Deuteronomium 5:3).
Daarom mogen wij met Israël zeggen:
"Hoor, Israël, de Eeuwige, onze God, de Eeuwige is één" (Deuteronomium 6:4).

Ik geloof in het onderwijs
van Mozes, de profeten, de evangelisten en de rabbijnen.

Ik geloof in de gemeenschap
van allen die ontzag hebben voor de Eeuwige.

Ik geloof in de komst van Gods koninkrijk,
de messiaanse wereld,
waarin alle volken zullen leven in vrede.

Amen.


This is the website of Peter van 't Riet